06-53645023
info@wildernistrek.nl

Reptielen (hagedissen en slangen) en amfibieën (kikkers, padden en salamanders) zijn populair bij natuurfotografen. Het zijn fotogenieke en veel gezochte foto-onderwerpen. Steeds meer natuurfotografen gaan er speciaal naar op zoek. Dat is een leuke bezigheid, vooral omdat de meeste soorten honkvast zijn en met een beetje kennis en geduld niet heel moeilijk zijn te vinden.

Hoe fotografeer je ze zonder ze te verstoren? Waar komen ze voor en wat is de beste tijd? In het onderstaande artikel deel ik mijn ervaring met je en geef je de beste tips om ze zelf te vinden en te fotograferen.

wildernistrek 4

Boomkikkers vertrouwen net als de meeste soorten op hun schutkleur en zijn vaak van dichtbij te fotograferen. 

 

Blijf op de paden

De steeds grotere belangstelling voor reptielen en amfibieën in Nederland heeft ook een keerzijde. Veel natuurfotografen blijven bij hun zoektocht niet op de paden en struinen dwars door het terrein heen. Verstoring ligt op de loer omdat de dieren in het terrein, anders dan langs de paden, niet aan mensen zijn gewend. In tegenstelling tot fietsers en wandelaars blijven fotografen bovendien lang op één plek, waardoor het effect van verstoring groter is. Vogels durven bijvoorbeeld niet terug te keren naar hun nest als er mensen in de buurt zijn.

Vanaf de paden maak je de meeste kans op goede foto’s, je verstoort de dieren het minst en je vertrapt het kwetsbare habitat niet. Net langs het pad of net naast het pad zijn de beste plekken en de dieren zien jou het minst snel. Ook kun je goed je statief opstellen en een laag standpunt innemen voor een mooie foto op ooghoogte.

wildernistrek 2

Op deze plek in Drenthe komen op de braamstruiken boomkikkers voor. Bijzonder: er lopen geen grazers rond en er zijn geen hekken. Het is een van de weinige kleine, open terreintjes waar geen paden aanwezig zijn. Bovendien is het terrein door de beheerder visueel afgesloten door omgetrokken en gevelde bomen. Rust verzekerd zou je denken. Maar niets is minder waar. Boomkikkerfotografen hebben het terrein gekoloniseerd. Er zijn nieuwe paadjes ontstaan langs de braamstruiken en bijna elke dag lopen er fotografen rond. Dat lijkt misschien onschuldig maar is het niet. Onder de struiken rusten reeën met hun kalfjes en de zeldzame grauwe klauwier probeert in het terrein te broeden… Deze dieren zijn, anders dan boomkikkers, kwetsbaar en gevoelig voor verstoring door fotografen.

wildernistrek 17

Op veel heideterreinen lopen grote grazers rond. Hierdoor is het terrein over het algemeen minder geschikt voor reptielen. De meeste reptielen komen dan langs de randen van de paden voor waar geen grazers lopen, hier zijn ze bovendien aan mensen gewend geraakt: ideale plekken om ze te fotograferen zonder verstoring.

 

Koudbloedige dieren

Reptielen en amfibieën zijn koudbloedige dieren, hun hele levenswijze wordt bepaald door de temperatuur. Ze gedragen zich min of meer in vaste, voorspelbare patronen. Als het koud is zijn ze niet actief, als het te warm is ook niet. Ze hebben een hekel aan wind en reageren vooral op trilling en beweging. Het ideale weertype voor reptielen is een half bewolkte dag, waarop het niet te warm wordt. De beste maanden zijn april, mei, september en oktober.

wildernistrek 14

Optimaal biotoop voor reptielen, kleinschalig natuurterrein zonder grote grazers. 

 

Bereid je voor

De beste reptielengebieden zijn de grote heidevelden van de Veluwe (alle soorten behalve de muurhagedis), Drenthe (ook het Fochtelooerveen en Bargerveen), de Achterhoek (ook de Engberdijksvenen) en Midden Limburg. Zoek een terrein waar geen of weinig grote grazers rondlopen, want waar veel grazers lopen vind je altijd minder reptielen.

Kies een dag uit waarop de zon niet de hele dag schijnt, want dan wordt het meestal te warm. De beste periode is ’s morgens tussen 9.00 – 11.00 of ‘s middags vanaf 16.00. Algemeen geldt: hoe warmer, hoe sneller en beweeglijker en dus moeilijker te fotograferen. Reptielen kun je het beste benaderen in de ochtend als ze nog niet volledig zijn opgewarmd. Ze zijn dan minder schuw en je kunt dichterbij komen. Vuistregel: als je nog aangenaam kunt rondlopen in trui of sweater dan is de temperatuur oké. Heb je het te warm, dan is het voor de meeste reptielen ook al te warm en dan liggen ze niet meer te zonnen.

wildernistrek 10der tussen de heide. Als het koud is vertrouwen ze vooral op hun schutkleur en kun je ze met de juiste techniek van dichtbij fotograferen.

 

Gebruik een statief met lange telelens

Het heeft geen zin om met een macrolens reptielen te gaan fotograferen, dat staat garant voor verstoring omdat je heel dichtbij moet komen voor een goede opname. Het beste gebruik je een telelens met een bereik van minimaal 300 mm. Een statief is handig: reptielen liggen vaak heel stil en met een statief kun je lange sluitertijden gebruiken in combinatie met een lage ISO waarde en/of extra scherptediepte.

Beweeg in slow motion

Anders dan bij vogels en zoogdieren hebben reptielen en amfibieën geen natuurlijke angst voor de menselijke gestalte. Ons silhouet schrikt de meeste soorten niet af omdat ze doorgaans vertrouwen op hun schutkleur. Langs paden wennen ze aan passerende wandelaars en fietsers. Maar pas op: als je stil staat om te gaan fotograferen moet je heel voorzichtig zijn, want daar zijn ze niet mee vertrouwd. Het is essentieel dat je nooit snelle bewegingen maakt! Gewoon rustig op de dieren aflopen zorgt per definitie voor verstoring. De truc is om alle bewegingen als in slow motion uit te voeren. Neem hiervoor rustig de tijd. Hoe langzamer en trager je beweegt, hoe dichterbij je kunt komen, vaak op minder dan één meter. Let ook op dat je sluipenderwijs je voeten heel zachtjes neerzet, om trillingen te voorkomen. Als je met een statief werkt moet je vooral oppassen dat de statiefpoten niet tegen de vegetatie stoten waardoor je de dieren verjaagt. Als je klaar bent met fotograferen: trek je terug in slow motion uit respect voor het dier. Veel fotografen gaan er haastig vandoor en verjagen alsnog hun onderwerp.

wildernistrek 15

Muurhagedis. Ze komen van nature voor in het uiterste zuiden van Limburg maar zijn op veel plaatsen in Nederland uitgezet, bijvoorbeeld in de Botanische tuinen van Utrecht. Hier zijn ze vrij gemakkelijk te fotograferen.

 

Hagedissen ritselen weg en komen weer terug

Slangen zijn gevoelig voor verstoring en keren nadat ze zijn weggekropen niet snel terug op dezelfde plek. Hagedissen schikken snel maar zijn minder snel verstoord, als je rustig wacht en niet beweegt keren ze vaak binnen 10 minuten terug op dezelfde plek. Na een tijdje lijken ze zelfs aan je te wennen en zandhagedissen zijn soms nieuwsgierig. Jonge dieren zijn minder schuw dan volwassenen, en met wat geduld van dichtbij te fotograferen (vooral als het niet te warm is).

wildernistrek 3

Zandhagedis. Je kunt ze vinden in de duinen en vooral op de grote heideterreinen van de Veluwe waar geen grazers lopen.

Boomkikkers zitten in september op braamstruiken

Boomkikkers zijn fotogeniek en zeer populair bij natuurfotografen. In de nazomer (niet in het voorjaar, dan zijn ze erg moeilijk te vinden) kun je ze vinden op braamstruiken in de buurt van de poelen waar ze zich hebben voortgeplant. September is de beste maand, dan zijn de aantallen het hoogst en zitten bijna alle kikkers op braamstruiken. De beste gebieden zijn de Waterleidingduinen, de Achterhoek, Zeeland Midden Limburg, Brabant.

Let op: ga niet van de paden af, zeker niet in gebieden waar ook reptielen voorkomen, dit zorgt per definitie voor verstoring. Reptielen leven graag langs de randen van braamstruiken en in september kun je jonge slangen gemakkelijk vertrappen.

wildernistrek 12

Boomkikkers op braamstruik.

 

De meeste amfibieën zijn ’s nachts actief

Behalve de groene kikkers zijn amfibieën voornamelijk ’s nachts actief. Kikkers en padden hebben, anders dan slangen en hagedissen, een goed gehoor. Ze roepen of kwaken tijdens de voortplantingsperiode en kunnen dan op geluid worden opgespoord. De beste tijd is van maart tot en met juni, op niet te koude avonden met weinig wind en wat motregen.

Om amfibieën in het donker te fotograferen heb je in ieder geval een zaklamp, een flitser en laarzen nodig. Een hoofdlampje is erg handig, want dan heb je je handen vrij. Neem altijd een reservelamp of extra batterijen mee. Als het echt donker is en je zaklamp begeeft het, kun je akelig verdwalen. Een spatwatervaste camera is ook erg handig, deze kan tegen een regenbuitje. Begin je eerste nachtexcursie gewoon in eigen tuin of een park in de buurt. Daar kijkt niemand vreemd op van een zaklantaarn in het donker. In de meeste natuurgebieden mag je ’s nachts niet komen. De kans dat je voor een stroper of inbreker wordt aangezien is reëel. Het beste vraag je dus vooraf toestemming en meld je je komst bij omwonenden, dan is er niets aan de hand en kun je rustig je gang gaan. Dat is zeer de moeite waard. Want amfibieën zijn in het donker gemakkelijk te benaderen. Houdt er wel rekening mee dat ze je silhouet kunnen zien als het niet helemaal donker is. Dus: beweeg in slow motion.

wildernistrek 1 van 9

Roepende rugstreeppad.

 

Boek een workshop met garantie

Als je geen ervaring hebt met het zoeken naar reptielen en amfibieën is het soms beter om eerst een keer met iemand op pad te gaan die weet hoe je dat aanpakt. Zo voorkom je onnodige verstoring. Een deskundige weet waar ze voorkomen, wanneer je moet zoeken en hoe je ze benaderd. Ook een speciale workshop is geen slecht idee, dat is een investering die je terugverdient met geweldige foto’s en voldoende kennis om later zelfstandig te gaan zoeken:

Slangen voor je lens

Boomkikkers!

 

Aantal keer bekeken: 9286x


Plaats reactie


Ontvangen reacties

Edo van Uchelen is bioloog en natuurfotograaf.

Hij deelt zijn kennis en enthousiasme graag met jou. Edo vertelt je de geheimen die andere natuurfotografen voor zichzelf houden. Hij inspireert, motiveert en laat je zien hoe jij je als fotograaf verder kunt ontwikkelen.

Edo heeft veel kennis van planten en dieren en weet die als geen ander toe te passen voor fotografie en film.

Hij woont in Drenthe aan de rand van het Nationaal Park Drents Friese Wold. Hier heeft hij een privé natuurterrein gerealiseerd. Door uitgekiend beheer is er een klein natuurparadijs ontstaan, met veel bijzondere soorten. Het terrein vormt de setting voor filmopnames en Edo organiseert er regelmatig workshops.


 

voorzijde handboek

Edo schreef samen met Bart Siebelink het Handboek Natuurfotografie+. Dit boek gaat verder waar andere fotoboeken ophouden. Behalve bediening van de camera en toebehoren ligt het accent op niet eerder beschreven aspecten van de natuurfotografie zoals  benadering van flora en fauna in het veld en andere specifieke vaardigheden.

Het handboek gaat ook uitgebreid in op artistieke aspecten, kijkvaardigheid en idee-ontwikkeling. Concrete opdrachten moedigen je aan de opgedane kennis direct in praktijk te brengen.

‘Absoluut het standaardwerk voor iedereen die natuur fotografeert! – ZOOM.nl

‘Verplichte kost voor iedereen die natuur met zijn camera vastlegt’ – Camera Magazine

 PackshotBOOKKoekoekHires

Koekoek een delta vol leven' is het boek van Edo bij de bioscoopfilm 'Holland, natuur in de Delta'

Edo legt in dit rijk geïllustreerde boek uit hoe de natuur in ons eigen land in elkaar steekt. Hoe nieuwe of eerder verdwenen soorten ons land weten te vinden. Hoe ‘oude’ soorten zich handhaven of verdwijnen. Hoe ze samen leven en wat ze nodig hebben. En dat is vaak anders dan je denkt.

Edo schrijft inspirerend en vernieuwend, onconventioneel, prikkelend en soms een tikkeltje cynisch. Maar waar het om gaat: ‘Koekoek!’ is prettig geschreven en leert je op een verrassende manier kijken naar natuur. Dit boek nodigt je uit om zelf de natuur in te trekken en die te gaan beleven en te fotograferen!

'In één adem uitgelezen. ik vind het een zeer waardevolle toevoeging binnen het gehele project' - Ton Okkerse (directeur EMS films)

 'Wat een prachtig boek! Fantastische foto´s en een helder verhaal. Een vlot leesbare tekst die herkenbare beelden oproept zonder dat ik bioloog hoef te zijn' Jan Klyn 

 9789052944845 1 500x500

Amfibieën en reptielen in Drenthe: waar vind je ze en hoe leven ze? Drenthe is een van de rijkste provincies wat betreft soorten amfibieën en reptielen. Edo schreef er een verspreidingsatlas over.

Dit boek gaat specifiek in op de situatie in Drenthe en geeft een uitgebreide beschrijving van alle in Drenthe voorkomende soorten amfibieën en reptielen, die alle een beschermde status hebben.

De atlas is geïllustreerd met prachtige foto's en overzichtskaarten per soort met daarnaast informatieve kaderteksten.

‘Een prachtig geïllustreerd boek dat thuishoort in de boekenkast van elke liefhebber’- RAVON

‘Hebbedingetje voor iedereen die wil weten waar deze dieren voorkomen en hoe ze leven’ – Dagblad van het Noorden