Camoeflagekleding: zin of onzin?
Ken jij het verschil tussen jagers en natuurfotografen? Natuurlijk: anders dan jagers doden natuurfotografen hun trofee niet maar nemen deze mee naar huis in de vorm van een foto.
Maar er is nog een belangrijk verschil.
Deze geoorde futen fotografeerde ik door ze (in camoeflagekleding) langzaam te besluipen, tijgerend tussen de pollen pitrus.
Jagers hebben meestal veel meer kennis van dieren. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het gebruik van goede camoeflagekleding. Feit is dat je dichter bij dieren komt als je opgaat in je omgeving. Jagers weten dat.
Camouflagekleding is taboe bij natuurfotografen in Nederland. Maar: het helpt je wel degelijk om dichterbij dieren te komen.
Maken natuurfotografen geen gebruik van camoeflagekleding uit angst te worden geassocieerd met jagers? Of is het gewoon zinloos en belachelijk om je te verstoppen in een rambo-outfit? Hier de achtergronden op een rijtje.
De vluchtafstand bepaald hoe dichtbij je mag komen
Als je wilde zoogdieren of vogels fotografeert dan weet je hoe lastig het is om deze binnen ‘schootsafstand’ te benaderen. De dieren houden afstand en hebben ons meestal allang in de gaten voordat wij hen zien. Ze horen en zien meestal veel beter dan wij. Bij zoogdieren komt daar bovendien nog een verbluffend reukvermogen bij. Nu hoeft dat geen probleem te zijn, want niet alle dieren slaan meteen op de vlucht zodra ze je zien of ruiken.
Toch zullen ze, evenals veel soorten insecten, amfibieën en reptielen, zeer nauwkeurig de vluchtafstand in de gaten houden. Dat is de afstand waarop ze beslissen: nu is het genoeg, ik ben weg. Deze afstand hangt niet alleen af van de soort, maar ook van het individu. Sommige exemplaren zijn minder schuw omdat ze bijvoorbeeld gewend zijn geraakt aan mensen. Reigers, eenden en eekhoorns in stadsparken laten zich gemakkelijker fotograferen dan hun soortgenoten in de natuur.
De vluchtafstand hangt ook af van het jaargetijde, het tijdstip en van de leeftijd van het dier. Tijdens de bronsttijd zijn reeën bijvoorbeeld zo druk met de voortplanting dat ze tijdelijk een deel van hun schuwheid opgeven. En waar niet gejaagd wordt, zijn de dieren minder schuw. Zo zijn er in Nederland tegenwoordig, in vergelijking met zo’n dertig jaar geleden toen er nog intensiever gejaagd werd, veel meer plekken waar vossen, reeën, edelherten of zwijnen relatief gemakkelijk zijn te benaderen.
Deze (wilde) ree fotografeerde ik op een afstand van enkele meters. Ik zat bij een dassenburcht (tegen de wind in!) te posten in groene kledij en de ree kwam steeds dichterbij. Door niet te bewegen en bij het afdrukken in slow motion te werken kon ik deze foto maken. De ree heeft daarna nog een kwartiertje geslapen op 8 meter afstand!
Jou gedrag als natuurfotograaf heeft een zeer groot effect op de vluchtafstand. Als je dieren op de juiste wijze benaderd (of beter: naar jou toe laat komen) dan verkort je de vluchtafstand en komen ze binnen het bereik van je lens.
De menselijke gestalte schrikt wilde dieren af
Behalve op beweging en geluid reageren dieren op je silhouet. Door eeuwenlange vervolging en jacht begint bij vogels en zoogdieren instinctief een alarmbel te rinkelen bij het zien van een menselijke gestalte: rechtopstaand met armen en benen. Zorg ervoor dat deze mensgestalte niet zichtbaar is. Het is dus zaak om je zo klein mogelijk te maken of (nog beter) je te verstoppen.
Vogelverschrikkers hebben een hoofd met armen en benen, dit is de manier om dieren op afstand te houden.
Veel soorten dieren herkennen mensen al vanaf grote afstand aan het gelaat. De vorm van gezicht (ogen, neus, oren en mond) en handen roepen vluchtreacties op, evenals een lichte huidskleur. Het is daarom van belang om een lichte huidskleur zo veel mogelijk te bedekken of onherkenbaar te maken. Dan kan met een hoofddeksel (muts, pet of hoed) of nog beter door een soort muskietennetje voor je gezicht te doen. Ook een bivakmuts biedt uitkomst, maar je hoort dan minder goed.
Deze jachtopziener is (te) goed zichtbaar omdat hij geen handschoenen draagt. Let ook op het gezicht, dat opvallend goed zichtbaar is.
De kleuren van je kleding moeten contrastarm zijn en opgaan in de omgeving. Zoogdieren zien slecht kleuren maar wél contrasten, vogels kunnen kleuren goed onderscheiden. Bruin en groen zijn het beste, omdat die kleuren in de natuur het meeste voorkomen. Behalve de kleur is ook het patroon belangrijk. Je kleding (of schuiltent) moet ‘meegaan’ in het natuurlijke patroon van de vegetatie. Verstopt in het riet langs en waterplas draag je het beste kleding met een verticale structuur, die opgaat in de rietstengels.
Fotograaf verscholen in het bos; zie jij hem? (uit: Handboek Natuurfotografie)
Aantal keer bekeken: 132867x
Geplaatst in Algemeen / 2 Reacties

Edo van Uchelen is bioloog en natuurfotograaf.
Hij deelt zijn kennis en enthousiasme graag met jou. Edo vertelt je de geheimen die andere natuurfotografen voor zichzelf houden. Hij inspireert, motiveert en laat je zien hoe jij je als fotograaf verder kunt ontwikkelen.
Edo heeft veel kennis van planten en dieren en weet die als geen ander toe te passen voor fotografie en film.
Hij woont in Drenthe aan de rand van het Nationaal Park Drents Friese Wold. Hier heeft hij een privé natuurterrein gerealiseerd. Door uitgekiend beheer is er een klein natuurparadijs ontstaan, met veel bijzondere soorten. Het terrein vormt de setting voor filmopnames en Edo organiseert er regelmatig workshops.
Edo schreef samen met Bart Siebelink het Handboek Natuurfotografie+. Dit boek gaat verder waar andere fotoboeken ophouden. Behalve bediening van de camera en toebehoren ligt het accent op niet eerder beschreven aspecten van de natuurfotografie zoals benadering van flora en fauna in het veld en andere specifieke vaardigheden.
Het handboek gaat ook uitgebreid in op artistieke aspecten, kijkvaardigheid en idee-ontwikkeling. Concrete opdrachten moedigen je aan de opgedane kennis direct in praktijk te brengen.
‘Absoluut het standaardwerk voor iedereen die natuur fotografeert! – ZOOM.nl
‘Verplichte kost voor iedereen die natuur met zijn camera vastlegt’ – Camera Magazine
Koekoek een delta vol leven' is het boek van Edo bij de bioscoopfilm 'Holland, natuur in de Delta'
Edo legt in dit rijk geïllustreerde boek uit hoe de natuur in ons eigen land in elkaar steekt. Hoe nieuwe of eerder verdwenen soorten ons land weten te vinden. Hoe ‘oude’ soorten zich handhaven of verdwijnen. Hoe ze samen leven en wat ze nodig hebben. En dat is vaak anders dan je denkt.
Edo schrijft inspirerend en vernieuwend, onconventioneel, prikkelend en soms een tikkeltje cynisch. Maar waar het om gaat: ‘Koekoek!’ is prettig geschreven en leert je op een verrassende manier kijken naar natuur. Dit boek nodigt je uit om zelf de natuur in te trekken en die te gaan beleven en te fotograferen!
'In één adem uitgelezen. ik vind het een zeer waardevolle toevoeging binnen het gehele project' - Ton Okkerse (directeur EMS films)
'Wat een prachtig boek! Fantastische foto´s en een helder verhaal. Een vlot leesbare tekst die herkenbare beelden oproept zonder dat ik bioloog hoef te zijn' Jan Klyn
Amfibieën en reptielen in Drenthe: waar vind je ze en hoe leven ze? Drenthe is een van de rijkste provincies wat betreft soorten amfibieën en reptielen. Edo schreef er een verspreidingsatlas over.
Dit boek gaat specifiek in op de situatie in Drenthe en geeft een uitgebreide beschrijving van alle in Drenthe voorkomende soorten amfibieën en reptielen, die alle een beschermde status hebben.
De atlas is geïllustreerd met prachtige foto's en overzichtskaarten per soort met daarnaast informatieve kaderteksten.
‘Een prachtig geïllustreerd boek dat thuishoort in de boekenkast van elke liefhebber’- RAVON
‘Hebbedingetje voor iedereen die wil weten waar deze dieren voorkomen en hoe ze leven’ – Dagblad van het Noorden
Plaats reactie
Ontvangen reacties
Jan de Jong 11-08-2015 9:43 (8 jaren geleden)
Een schuiltentje werkt nog beter denk ik.
Jan de Jong 13-08-2015 1:55 (8 jaren geleden)
Hoe bedoel ja dat dan. Bij mij gaan ze weg as ik in een tentje zit man
Joris de Vries 11-08-2015 8:52 (8 jaren geleden)
Ik ga toch echt niet in zo'n pakkie tussen de bomen staan hoor!